Search
Close this search box.
Search
Close this search box.

Money for nothing’: De Week van het Basisinkomen

Delen

Money for nothing’: De Week van het Basisinkomen

Deze week belicht Young & Fair de ‘Week van het Basisinkomen’, een promotie voor een maandelijkse toelage van de staat die genoeg is om van te leven. Het lijkt op het eerste gezicht een utopie, ‘gratis’ geld voor iedereen ter vervanging van het huidige systeem van de verzorgingsstaat. Toch lijkt door diverse geslaagde experimenten wereldwijd dit idee meer haalbaar dan ooit. Door iedereen deze bodemvoorziening te geven denkt men mensen te helpen een voorspoedig en welvarend leven te bieden en meer gelijkheid te bewerkstelligen.

Stel je voor: je hoeft je als student niet meer druk te maken over torenhoge schulden met uit de klauwen lopende rente, kan blijven dromen van dat mooie huis met hypotheek  en ervaart op de koop toe minder stress als gevolg van een lagere prestatiedruk. Voor studenten zou een basisinkomen een welkom alternatief zijn voor het leenstelsel. Het basisinkomen heeft als bijkomstig voordeel dat studenten in plaats van de afgeschafte basisbeurs zonder schuld aan hun opleiding kunnen beginnen. Als mensen minder aflossen, krijgt de overheid minder geld binnen, waardoor de rente hoger wordt en het aantal aflossingen nog verder afneemt.

Vrijheid

Volgens filosoof en klassiek zanger Nathan Tax van de Vrijzinnige Partij, een nieuwe politieke partij die het basisinkomen als speerpunt in hun programma heeft opgenomen,  komt de noodzaak voor een basisinkomen door de evolutie in het productieproces waar van de boekdrukkunst via massaproductie naar de huidige dienstensector de factor arbeid steeds verder is gereduceerd onder invloed van computers en machines. Het percentage van de beroepsbevolking dat hier onder te lijden heeft kan oplopen tot maar liefst 30%. Geld als ruilmiddel tegen arbeid wordt zodoende een achterhaald principe. Hiermee komt het menselijk onderscheidende vermogen vooral te liggen op innovatie, creativiteit en artisticiteit en vraagt om een ander inkomstenmodel.

Rutger Bregman, bekend van De Correspondent, presenteerde in 2014 het succesvolle boek Gratis geld voor iedereen waarin hij niet alleen pleit voor het basisinkomen, maar ook zich hard maakt voor een kortere werkweek van vijftien uur. De bestseller verkocht inmiddels meer dan een kwart miljoen exemplaren in dertig talen wereldwijd en de auteur hield een succesvolle veelbekeken TED-talk. Hij doet onder meer inspiratie op bij de politiek filosoof en econoom Philippe van Parijs, die in 1997 met Real freedom what (if anything) can justify capitalism? ‘de stelling poneerde dat ‘echte vrijheid’ is als niet belemmerd worden om te handelen uit vrije wil en over de mogelijkheden te beschikken om die vrije wil uit te voeren.

Aanvullend op het verhaal van Tax zegt Bregman dat de huidige werkweek het gevolg van een verschuiving in de jaren 80 is. In plaats van extra vrije tijd koos men voor extra spullen, de kern van het neoliberalisme. Consuminderen en minder invloed van op consumentisme beluste marketeers zijn het devies. Tegenstanders denken dat de wil om te werken bij mensen zal afnemen en het systeem onbetaalbaar zal zijn. De tendens is echter dat het juist armoede is die apathisch maakt. Wanneer de mens geld krijgt als extra lucht of ruimte zal hij uit zichzelf allerlei zinnige initiatieven ontplooien. Hiermee raakt allerlei hulpverlening en dure reïntegratietrajecten overbodig en kunnen bureaucratische constructies van toeslagen en uitkeringen op de schop.

Proeven

In het buitenland voert men op grotere en kleinere schaal proeven uit om een basisinkomen uit te testen. President Nixon stond eind jaren 60 bijvoorbeeld op het punt een basisnkomen in te voeren, maar werd op het nippertje teruggefloten. Vorig jaar startte in Ontario, Canada, een overheidsproef van drie jaar of het basisinkomen goed is voor het opleidingsniveau en de gezondheid van mensen met lage inkomens.

In buurland de Verenigde Staten, in de staat Alaska, heeft men recht op een cheque met een waarde tot 2000 dollar. Dit programma, gefinancierd door de lokale olie-industrie loopt al sinds 1982. In 2017 wees een enquête onder de bezoekers uit dat het bedrag een positieve invloed op hun leven heeft.

In Kenia kondigde liefdadigheidsinstelling GiveDirectly aan dat het tientallen mensen in een dorpje twaalf jaar zou voorzien van een basisinkomen. Iedere inwoner krijgt nu 22 dollar per maand, wat voor veel van de 95 ontvangers een verdubbeling van het inkomen betekent. Na een jaar breidde het experiment uit naar nog eens 16.000 menssen in 120 dorpen, met later nogmaals respectievelijk 40 en 120 dorpen die in het kader van onderzoek een ander bedrag kregen. GiveDirectly zegt dat het zo hoopt bij te dragen aan het verminderen van armoede.

Dichter bij huis in Berlijn kregen achttien mensen in maart dit jaar een basisinkomen na een loterij. De organisatie Mein Grundeinkommen zamelt al jarenlang geld in om de basisinkomens te kunnen vergeven, de teller nu op 200 mensen. Het is een groot succes, maar nog lang niet beschikbaar voor iedereen omdat voor deze 200 mensen ruim 100 duizend anderen geld moeten doneren.

Niet overal gaan de proeven even goed, zoals in Finland. Minister Petteri Orpo van Financiën zegt dat hij vooral geïnteresseerd is in een Brits systeem waarin mensen soms geld als krediet krijgen. Maar dit heeft tot dusverre nog nergens toe geleid. Het was het eerste experiment in Europa waar een nationale overheid achter stond, en het idee was dat de mensen het geld zouden blijven ontvangen totdat ze een baan vonden.

In Nederland wordt ook geëxperimenteerd met het basisinkomen, maar dat gebeurt op kleine schaal. Wethouders in bijvoorbeeld Groningen, Ten Boer, Wageningen, Tilburg en Deventer kijken of bijstandsgerechtigden meer baat hebben bij andere regels. Nu moet iemand die in Nederland bijstand ontvangt daar verplicht een tegenprestatie voor leveren.

Tegengeluiden

Het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck van de Universiteit Antwerpen deed gefinancierd door het Nederlandse Instituut GAK onderzoek  naar het basisinkomen en kwam met een sombere conclusie. Onderzoeker Ive Marx zegt dat we “knettergek” zouden zijn het basisinkomen in te voeren en het stelsel voor sociale zekerheid af te schaffen. Hoewel er veel discussie is over zzp’ers en flexibele banen is volgens hem het grote plaatje goed. Voor een radicale ingreep zijn er geen economische argumenten. De effecten op lange termijn laten zich niet voorspellen, voor positieve effecten op korte termijn zijn “helaas bitter weinig aanwijzingen”, concluderen de onderzoekers. Zo zouden 75% van de 18 tot 64-jarigen er op achteruit gaan, met voor circa 30 procent een verlies in hun beschikbaar inkomen van 10% of meer. Slechts 5% van deze leeftijdsgroep zou erop vooruitgaan. Het vastgestelde maandbedrag zou dan uitkomen op 702 euro per maand, voor kinderen 165 euro. De overheid zou 44 miljard euro moeten financieren, na besparing door afschaffing van veel uitkeringen en alle belastingvoordelen.  Dit klinkt als een fikse streep door de rekening en een schijnbaar einde aan deze discussie. Tax: “Wat men bij veel doorrekeningen, onder meer van het CPB, alleen niet meeneemt is het vrijwilligerswerk als economische waarde. Zou de economie niet ontploffen als men zich nergens meer belangeloos, maar met overtuiging voor inzetten?” De non-profit sector is in dezen een ondergeschoven kindje.

Donut D-day

Voorstanders leggen zich er dan ook niet bij neer. Op 15 september organiseerden milieubeweging, monetaire hervormer en voorstanders van het basisinkomen Donut D-day. Harro Boven van de Jonge Democraten, onder meer initiatiefnemer van het Basisinkomen 55+ (in samenwerking met het televisieprogramma Radar red.), presenteerde zijn plan Moedig Voorwaarts (voor details zie link: http://jdacties.nl/MoedigVoorwaartsV2.xlsx). De speerpunten van deze plannen wordt onder meer rekening gehouden met de gezinssamenstelling per huishouden en past men een verrekeningsprincipe van ‘negatieve inkomstenbelasting’ toe, waarbij als een huishouden meer belasting afdraagt dan aan basisinkomen wordt uitgekeerd, het gehele basisinkomen op de belastingaanslag in mindering wordt gebracht. Bij hun plan gaan de werkende armen tegen het minimumloon, die normaliter vlak onder de armoedegrens zaten er €1000,- per maand op vooruit ten opzichte van niet-werkenden, een enorme stimulans waarbij werken loont.

De toekomst

De strijd is dus nog niet gestreden wat betreft het basisinkomen, maar wij zijn als Young & Fair nieuwsgierig hoe deze ontwikkelingen zich verder ontvouwen en of het bij een idealistisch experiment blijft of de kiem van zijn voor een eerlijk en progressief nieuw inkomstenstelsel wat geen ongelijkheid in de hand werkt, maar een kans biedt aan lagere inkomensgroepen zich op te richten en deel te nemen aan de maatschappij. De prikkel om te gaan werken lijkt een grote crux in het verhaal, maar uitgaande van het goede in de mens zal men altijd zoeken naar zingeving en zou met name het vrijwilligersleven een gigantische boost krijgen. Om met een citaat van de beroemde econoom John Maynard Keynes (1883-1946) te besluiten: “De moeilijkheid is niet zozeer het ontwikkelen van nieuwe ideeën, maar het ontsnappen aan de oude”.

Ter gelegenheid van de Week van het Basisinkomen staat bij de Speaker’s Corner van Den Haag Centraal op zaterdag 22 september tussen 13.00-16.00 een zeepkist waarbij men hoopt met voorbijgangers in gesprek te gaan over het basisinkomen en op de Varkensmarkt in Amersfoort staat dezelfde dag tussen 14.00-17.00 uur een partytent waar mensen zich kunnen laten interviewen die vinden dat de huidige uitkeringen en toeslagen niet toereikend zijn.

Bronnen

Rutger Bregman, Gratis geld voor iedereen: over het basisinkomen, de 15-urige werkweek en een wereld zonder grenzen, De Correspondent BV, 2014

In het bijzonder dank aan Nathan Tax voor zijn inhoudelijke bijdrage.

Geschreven door Jasper van der Krans